Dutch

Surah Al-Ma'arij (The Ways of Ascent ) - Aya count 44
Share
Over de ongeloovigen. Er zal niemand wezen, die verhinderen kan.
Dat God hen bedroeven, de meester der trappen.
Daarom, verdraagt de beleedigingen van de bewoners van Mekka met lofwaardig geduld.
Want zij (de ongeloovigen) zien hunne straf ver verwijderd.
Op een zekeren dag zal de hemel als gesmolten koper worden.
En de bergen gelijk wol van verschillende kleuren, door den wind uiteengedreven.
En een vriend zal den ander niet naar zijn toestand vragen
Hoewel zij elkander zien. De zondaar zal trachten, zich van de straf van dien dag los te koopen, door zijne kinderen op te offeren
En zijne bloedverwanten die hem vriendschap bewezen;
En allen die op aarde zijn. Hij zal begeeren daardoor gered te worden.
Maar in geenen deele; want het hellevuur,
Zal iederen persoon opeischen, die zijn rug zal hebben toegewend, en het geloof ontvlucht is.
En die rijkdommen verzameld heeft, en deze gierig ophoopt.
Als het kwaad hem treft, is hij ternedergeslagen.
Zoo bestaan niet degenen die godvruchtig zijn.
En zij, die gereed zijn, een zeker voegzaam deel van hunne bezittingen te geven.
Aan hem die vraagt, en aan hem, die door schaamte teruggehouden wordt te vragen.
En die geen gemeenschap hebben met andere vrouwen dan met de hunne, of de slavinnen, die door hunne rechterhanden worden bezeten; want zij zijn zonder blaam.
En die de vereischte voorschriften bij hunne gebeden nauwkeurig in acht nemen.
Deze zullen hooggeëerd zijn, en te midden van tuinen wonen.
Volstrekt niet.--Waarlijk, wij hebben hen geschapen, van datgene wat zij kennen.
(Hen te verdelgen en) een beter volk voor hen in de plaats te stellen; en niemand kan het verhinderen, indien het ons behaagt dit te doen.
Daarom, laat hen in ijdele gesprekken waden, en in vermaken genot zoeken, tot zij den dag ontmoeten, waarmede zij bedreigd zijn.