Dutch

Surah Al-Hujurat ( The Dwellings ) - Aya count 18
Share
Wat hen betreft die uit de binnenste vertrekken om u roepen, het meerendeel huner begrijpen den eerbied niet, dien zij u verplicht zijn.
Indien zij met geduld wachten, totdat gij onder hen verschijnt, zal dit zekerlijk beter voor hen zijn; maar God is vergevensgezind en barmhartig.
O ware geloovigen! Indien een zondig mensch met een verhaal tot u komt, doet dan nauwkeurig onderzoek naar de waarheid daarvan, opdat gij anderen niet door onwetendheid benadeelt, en naderhand berouw zoudt gevoelen, om hetgeen gij hebt gedaan.
Weet, dat Gods profeet onder u is. Indien hij u in vele dingen zou gehoorzamen, zoudt gij zekerlijk schuldig zijn aan eene misdaad, door hem in dwaling te brengen. Maar God heeft het geloof aanlokkend voor u gemaakt; hij heeft dat in uwe harten behagelijk gemaakt, en heeft ontrouw, oneerlijkheid en ongehoorzaamheid verachtelijk voor u doen worden. Dit zijn zij die den rechten weg bewandelen.
O ware geloovigen! vermijdt zorgvuldig elkander te verdenken; want sommige verdenkingen zijn eene misdaad. Onderzoekt niet te nieuwsgierig de feilen eens anderen, en laat geen uwer, in des andere afwezigheid, kwaad spreken. Zou een van u begeeren het vleesch van zijn dooden broeder te eten? Zekerlijk, gij zoudt er afschuw van koesteren. Vreest dus God; want God is gezind tot verzoening en genadig.
O menschen! waarlijk, wij hebben u uit een mannelijk en een vrouwelijk wezen geschapen, en wij hebben u in volkeren en stammen verdeeld, opdat gij elkander zoudt kennen. Waarlijk, de achtingwaardigste uwer in Gods oog, is de vroomste, en God is wijs en alwetend.
De Arabieren van de woestijn zeggen: Wij gelooven. Antwoord: Gij gelooft volstrekt niet, maar zeg: Wij hebben den Islam omhelsd; want het geloof is uwe harten nog niet binnengetreden. Indien gij God en zijn gezant gehoorzaamt, zal hij u van geen deel der verdienste uwer werken berooven; want God is vergevensgezind en barmhartig.
Zij verwijten u (als een weldaad), dat zij den Islam hebben omhelsd. Antwoord: Verwijt mij niet, dat gij den Islam hebt omhelsd; God kon u veeleer verwijten, dat hij u naar de waarheid heeft gericht. Erkent dit, indien gij oprechtelijk spreekt.