Dutch

Surah Al-Ahzab ( The Combined Forces ) - Aya count 73
Share
God heeft den mensch geene twee harten gegeven; ook heeft hij uwe vrouwen (van welke sommigen uwer zich scheiden, haar daarna als hunne moeders aanziende) niet tot uwe ware moeders gemaakt, ook heeft hij uwe aangenomen zonen niet tot uwe ware zonen gemaakt. Dit zijn slechts de woorden die in uwen monden zijn; maar God spreekt de waarheid, en hij leidt op den rechten weg.
Noemt hen die aangenomen zijn, de zonen hunner wezenlijke vaders, die zal rechtvaardiger zijn in de oogen van God. En indien gij hunne vaders niet kent, laat hen dan zijn als broeders in den godsdienst en uwe makkers; en er zal geen misdaad in liggen dat gij op deze wegen dwaalt; maar wat uwe harten opzettelijk ontwerpen zal misdadig zijn; want God is genadig en barmhartig.
Opdat God de waarheidsprekers omtrent hunne waarachtigheid zou kunnen ondervragen. En hij heeft eene smartelijke straf voor de ongeloovigen gereed gemaakt.
En toen een partij van hen zeide: O bewoners van Yathreb er is hier geen plaats van zekerheid voor u; keert dus terug naar huis. En een deel van hen vroeg verlof van den profeet om te mogen vertrekken, zeggende: Waarlijk, onze huizen zijn zonder verdediging en aan den vijand blootgesteld; maar zij waren niet zonder verdediging en hunne bedoeling was slechts te ontvluchten.
Indien op dat oogenblik de vijand van de aangrenzende gedeelten de stad waren binnengetrokken; en men had hun gevraagd, de ware geloovigen te verlaten en tegen hen te strijden, zouden zij zekerlijk daarin hebben toegestemd; maar in dat geval waren zij er niet in gebleven dan voor een korte poos.
Zij hadden vroeger een verbond met God gesloten, dat zij hunne ruggen niet zouden keeren; en de nakoming van hun verbond met God zal hier namaals worden onderzocht.
Zeg: De vlucht zal u van geen voordeel zijn. Indien gij den dood of het gevecht ontvlucht, zult gij slechts weinig van het leven in deze wereld genieten. Zeg: De vlucht zal u van geen voordeel zijn. Indien gij den dood of het gevecht ontvlucht, zult gij slechts weinig van het leven in deze wereld genieten.
Dit is, omdat zij gierig omtrent u zijn; maar als de vrees hen bereikt, ziet gij hen naar u opzien om hulp; hunne oogen rollen dan als de oogen van hem die op sterven ligt. Doch als hunne vrees voorbij is, varen zij met scherpe tongen tegen u uit, terwijl zij vol begeerte zijn omtrent het beste en meest waardige gedeelte van den buit. Dezen gelooven niet oprechtelijk; daarom heeft God hunne werken krachteloos gemaakt, en dit is God gemakkelijk. Dit is, omdat zij gierig omtrent u zijn; maar als de vrees hen bereikt, ziet gij hen naar u opzien om hulp; hunne oogen rollen dan als de oogen van hem die op sterven ligt. Doch als hunne vrees voorbij is, varen zij met scherpe tongen tegen u uit, terwijl zij vol begeerte zijn omtrent het beste en meest waardige gedeelte van den buit. Dezen gelooven niet oprechtelijk; daarom heeft God hunne werken krachteloos gemaakt, en dit is God gemakkelijk.
Zij verbeeldden zich, dat de verbondenen niet zouden aftrekken en het beleg opheffen; en indien de verbondenen ten tweedenmale opkwamen, zouden zij wenschen in de woestijn te wezen, onder de Arabieren die in tenten wonen en daar slechts naar nieuws van u te vernemen; want hoewel zij dien tijd met u waren, vochten zij niet dan flauw.
Toen de ware geloovigen de verbondenen zagen, zeiden zij: Dit is wat God en zijn profeet ons hebben voorspeld. God en zijn profeet hebben de waarheid gesproken, en het vermeerdert slechts hun geloof en hunne onderwerping aan God.
Van de ware geloovigen vervullen sommigen rechtschapen wat zij God hebben beloofd; sommigen van hen hebben hunne loopbaan geëindigd , en sommigen van hen verwachten hetzelfde voordeel, en zij veranderen hunne belofte niet, door daarvan in het minst af te wijken.
God zal degenen die hun verbond rechtschapen zijn nagekomen, voor hunne getrouwheid beloonen en de huichelachtigen straffen, of, naar zijn welbehagen hun genade schenken; want God is vergevensgezind en genadig.
Hij deed degenen van hen die de schriften hebben ontvangen en de verbondenen ondersteunden, uit hunne sterkten komen. En hij wierp schrik en verslagenheid in hunne harten; gij versloegt een deel van hen, en een deel van hen maaktet gij krijgsgevangenen.
Maar wie u gehoorzaam zal wezen aan God en zijn gezant, en doen wat recht is, deze zullen wij hare belooning tweemaal geven, en wij hebben een onbekrompen deel in het paradijs voor haar gereed gemaakt.
O vrouwen van den profeet! gij zijt niet gelijk andere vrouwen. Indien gij God vreest, toont dan niet te veel voorkomendheid in uwe woorden, opdat de man, in wiens hart een gebrek huist, geene begeerte hebbe; maar spreekt eene gepaste taal.
Zit gerust in uwe huizen, en geeft u niet over aan de uiterlijke praal van de vroegere tijden van onwetendheid; neemt de bepaalde tijden voor het gebed in acht, geeft aalmoezen en gehoorzaamt God en zijn gezant; want God begeert alleen de schande der ijdelheid van u af te nemen, nu gij tot het gezin van den profeet behoort, en u door eene volkomen zuivering te reinigen.
En herdenkt wat in uwe huizen is gelezen van Gods teekenen, en van de wijsheid in den Koran geopenbaard is; want God is scherpziende en wel bekend met uwe daden.
Het is niet gepast voor een waar geloovige, onverschillig van welke kunne, als God en zijn gezant eene zaak hebben besloten, dat zij de vrijheid nemen hunne eigene keuze te volgen. Wie aan God ongehoorzaam is en aan zijn gezant, dwaalt waarlijk met eene duidelijke dwaling.
En gedenk, toen gij zeidet tot hem, omtrent wien God barmhartig is geweest en aan wien gij mede gunsten hebt verleend. Behoud uwe vrouw voor u zelven en vrees God: en gij datgene in uw gemoed verbergdet, wat God bepaald had, dat ontdekt zou worden, en de menschen vreesdet, terwijl het rechtvaardiger ware geweest, God te vreezen. En toen Zeïd omtrent hare zaak had besloten, en vastgesteld had, zich te laten scheiden, verbonden wij haar door het huwelijk aan u, opdat er geene misdaad op de ware geloovigen zou worden geladen, door het huwen van de vrouwen hunner aangenomen zonen, nadat zij verstooten waren; en het bevel van God werd vervuld.
Er wordt geene misdaad op den profeet geladen, door te doen hetgeen God hem heeft veroorloofd overeenkomstig het Godsbevel, met betrekking tot hen die hem voorafgingen (want het bevel van God is een bepaald besluit).
En verkondigt zijn lof des ochtends en des avonds.
Hij is het, die barmhartig voor u is, en zijne engelen zijn uwe bemiddelaars, opdat hij u uit de duisternis tot het licht zou mogen leiden; en hij is barmhartig omtrent de ware geloovigen.
Hunne groete op den dag, waarop zij hem zullen ontmoeten, zal wezen: Vrede! en hij heeft eene eervolle belooning voor hen gereed gemaakt.
O profeet! Waarlijk, wij hebben u gezonden, om een getuige, een overbrenger van goede tijdingen, en een verkondiger van bedreigingen te wezen.
Breng dus goede tijdingen tot de ware geloovigen, dat zij grooten overvloed van God zullen ontvangen.
En gehoorzaam niet de ongeloovigen en de huichelaars, en, geef geen acht op hunne slechte behandeling: maar vertrouw op God: Gods ondersteuning is volstaande.
O profeet! wij hebben u uwe vrouwen toegestaan, aan welke gij haren bruidschat hebt gegeven, en ook de slaven welke door uwe rechterhand worden bezeten, van den buit dien God u heeft verleend, en de dochters uwer ooms, en de dochters uwer moeien, zoowel van vaders zijde, als van moeders zijde, die met u van Mekka zijn gevlucht, en elke andere geloovige vrouw, indien zij zich aan den profeet overgeeft, voor het geval, dat de profeet haar tot zijne vrouw wil nemen. Dit is een bijzonder voorrecht, dat u boven de overige ware geloovigen is verleend. Wij weten wat wij hun nopens hunne vrouwen hebben bevolen, en omtrent de slaven, welke door hunne rechterhand worden bezeten, opdat het u tot geene misdaad zou worden aangerekend, indien gij van het u verleende voorrecht gebruik maakt; want God is barmhartig en genadig.
Gij moogt de beurt van dezulke uwer vrouwen uitstellen, als u mocht behagen en gij moogt haar tot u nemen, die u zal behagen en haar, die gij zult begeeren van degenen, welke gij vroeger verworpen hebt, en er zal daarin geene misdaad voor u liggen. Dit zal gemakkelijker zijn, opdat zij geheel tevreden mogen wezen, en niet bedroefd worden, om hetgeen gij elke van haar zult geven, God kent alles wat in uwe harten is, en God is alwetend en barmhartig.
O ware geloovigen! treedt de huizen van den profeet niet binnen, tenzij het u geoorloofd worde met hem te eten, zonder den gepasten tijd af te wachten; maar als gij uitgenoodigd zijt, treedt dan binnen. En als gij zult gegeten hebben, scheidt dan van elkander, en blijft niet om vertrouwelijke gesprekken aan te knoopen, want dit doet den profeet ongemak aan. Hij schaamt zich, u te verzoeken weg te gaan; maar God schaamt zich niet de waarheid te zeggen. En als gij zijne vrouwen iets wilt vragen, vraagt het haar dan achter een gordijn. Dit zal zuiverder voor uwe harten en de hare wezen. Het is niet gepast voor u, den profeet van God eenig ongemak aan te doen, of zijne vrouwen na hem te huwen ; want dit zou eene bedroevende zaak voor het gezicht van God wezen.
En zij die de ware geloovigen, van welke kunne ook, zullen beleedigen, zonder dat zij dit verdienen, zullen zekerlijk de schuld van laster en van eene klaarblijkelijke onrechtvaardigheid dragen.
O profeet! spreek tot uwe vrouwen, en uwe dochters, en de vrouwen der ware geloovigen, dat zij hare opperkleederen omslaan indien zij naar buiten wandelen; dit zal geschikter zijn om haar als huisvrouwen van eerbaar gedrag te doen kennen, opdat zij niet door onwelvoegelijke woorden of daden beleedigd worden, God is barmhartig en genadig.
Waarlijk, indien de huichelaars, en zij, in wier harten een gebrek huist, en zij die onrust te Medina veroorzaken, niet ophouden, zullen wij u zekerlijk tegen hen opwinden om hen te tuchtigen; voortaan zal het hun niet veroorloofd wezen nabij u daarin te wonen, behalve voor een korten tijd.
En zij zullen vervloekt wezen; waar zij ook zullen gevonden worden, zal men hen grijpen en met eene algemeene slachting dooden.
Overeenkomstig de uitspraak van God nopens hen, die vroeger bestonden: en gij zult geenerlei verandering in Gods uitspraak vinden.
De menschen zullen u ondervragen nopens de nadering van het laatste uur; antwoord: Waarlijk, de kennis daarvan is alleen met God, en hij zal u niet onderrichten; misschien is het uur nabij.
Waarlijk, God heeft de ongeloovigen gevloekt en een fel vuur voor hen gereed gemaakt.
Op den dag, waarop hunne aangezichten in het hellevuur zullen worden gewenteld: zullen zij zeggen: O dat wij God en zijn gezant slechts gehoorzaamd hadden!
En zij zullen zeggen: O Heer! Waarlijk, wij hebben onzen vorsten en onzen grooten mannen gehoorzaamd, en zij hebben ons van den rechten weg afgeleid.
Wij stelden het geloof aan de hemelen, de aarde en de bergen voor, en zij weigerden zich er mede te belasten, en waren er bevreesd voor. De mensch belastte er zich mede; doch niettemin handelde hij onrechtvaardig omtrent zich zelven en dwaas.